Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 77

Ik heb recht op wonderen.

1. 1Jij hebt recht op wonderen op grond van wat jij bent. 2Je zult wonderen ontvangen op grond van wat God is. 3En je zult wonderen schenken omdat jij één bent met God. 4Nogmaals: wat is verlossing toch eenvoudig! 5Het is louter de vaststelling van jouw ware Identiteit. 6Dit is wat we vandaag gaan vieren.

2. 1Jouw aanspraak op wonderen ligt niet in je illusies over jezelf. 2Ze hangt niet af van enige magische kracht die jij jezelf hebt toegedicht, noch van enig ritueel dat jij hebt bedacht. 3Ze is inherent aan de waarheid van wat jij bent. 4Ze ligt besloten in wat God, jouw Vader, is. 5Ze werd gegarandeerd bij jouw schepping en gewaarborgd door de wetten van God.

3. 1Vandaag zullen we aanspraak maken op de wonderen die jouw recht zijn, aangezien ze jou toebehoren. 2Jou is volledige bevrijding beloofd van de wereld die jij hebt gemaakt. 3Jou is verzekerd dat het Koninkrijk van God in jou is* en nooit verloren kan gaan. 4We vragen niet meer dan wat ons in waarheid toebehoort. 5Maar we zullen er vandaag ook voor zorgen dat we ons niet met minder tevreden zullen stellen.

4. 1Begin de langere oefenperioden door vol vertrouwen tegen jezelf te zeggen dat jij recht op wonderen hebt. 2Vergeet niet, terwijl je je ogen sluit, dat jij alleen vraagt om wat al rechtmatig het jouwe is. 3Vergeet evenmin dat wonderen nooit van de een worden afgenomen en aan de ander gegeven, en dat jij door om jouw rechten te vragen ieders rechten hooghoudt. 4Wonderen gehoorzamen de wetten van deze wereld niet. 5Ze volgen louter uit de wetten van God.

5. 1Wacht na deze korte inleidende fase rustig op de verzekering dat je verzoek is ingewilligd. 2Je hebt gevraagd om de verlossing van de wereld en jezelf. 3Je hebt verzocht dat jou de middelen worden verschaft waarmee dit wordt bereikt. 4De bevestiging hiervan kan jou niet worden onthouden. 5Jij vraagt slechts dat de Wil van God geschiedt.

6. 1Door dit te doen vraag jij eigenlijk niet om iets. 2Je stelt een feit vast dat niet kan worden ontkend. 3De Heilige Geest kan jou alleen maar bevestigen dat jouw verzoek is ingewilligd. 4Het feit dat jij aanvaardde moet wel het geval zijn. 5Er is vandaag geen plaats voor twijfel en onzekerheid. 6Eindelijk stellen we een werkelijke vraag. 7Het antwoord is een simpele vaststelling van een simpel feit. 8Je zult de verzekering krijgen die je zoekt.

7. 1Onze korte oefenperioden zullen talrijk zijn, en zijn er tevens aan gewijd een simpel feit in herinnering te roepen. 2Zeg vandaag vaak tegen jezelf:

3Ik heb recht op wonderen.

4Vraag om wonderen in iedere situatie die dit verlangt. 5Je zult die situaties herkennen. 6En aangezien jij je niet op jezelf verlaat om het wonder te vinden, heb jij er volledig recht op het te ontvangen wanneer je er maar om vraagt.

8. 1Denk er ook aan niet met minder dan het volmaakte antwoord tevreden te zijn. 2Mocht je in de verleiding komen, zeg dan snel tegen jezelf:

3Ik zal wonderen niet inruilen voor grieven. 4Ik wil enkel wat mij toebehoort. 5God heeft bepaald dat wonderen mijn recht zijn.