Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 55

De herhaling van vandaag houdt het volgende in:

1. 1(21) Ik ben vastbesloten de dingen anders te zien.

2Wat ik nu zie, zijn slechts de tekenen van ziekte, rampspoed en dood. 3Dit kan niet zijn wat God voor Zijn geliefde Zoon geschapen heeft. 4Alleen al het feit dat ik zulke dingen zie, is het bewijs dat ik God niet begrijp. 5Daarom begrijp ik ook Zijn Zoon niet. 6Wat ik zie, zegt mij dat ik niet weet wie ik ben. 7Ik ben vastbesloten de getuigen te zien van de waarheid in mij, in plaats van degene die mij een illusie van mezelf tonen.

2. 1(22) Wat ik zie is een vorm van wraak.

2De wereld die ik zie, is beslist niet de weergave van liefdevolle gedachten. 3Ze is er een beeld van hoe alles alles aanvalt. 4Ze is allesbehalve een weerspiegeling van de Liefde van God en de Liefde van Zijn Zoon. 5Het zijn mijn eigen aanvalgedachten die dit beeld doen ontstaan. 6Mijn liefdevolle gedachten zullen mij verlossen van deze waarneming van de wereld, en mij de vrede geven die God voor mij heeft bestemd.

3. 1(23) Ik kan aan deze wereld ontsnappen door aanvalgedachten op te geven.

2Hierin, en in niets anders, ligt verlossing. 3Zonder aanvalgedachten zou ik geen wereld vol aanval kunnen zien. 4Wanneer vergeving mij weer bewust laat worden van liefde, zal ik een wereld van vrede, vreugde en veiligheid zien. 5En dít verkies ik te zien in plaats van datgene waar ik nu naar kijk.

4. 1(24) Ik zie niet wat mijn hoogste belang is.

2Hoe kan ik mijn hoogste belang onderkennen wanneer ik niet weet wie ik ben? 3Wat ik meen dat mijn hoogste belang is, kluistert me alleen maar meer aan de wereld van illusies. 4Ik ben bereid de Gids te volgen die God mij gegeven heeft om te ontdekken wat werkelijk mijn hoogste belang is, omdat ik inzie dat ik dit niet uit mezelf kan zien.

5. 1(25) Ik weet van niets waartoe het dient.

2Voor mij is het doel van alles, te bewijzen dat mijn illusies omtrent mezelf werkelijkheid zijn. 3Voor dit doel probeer ik alles en iedereen te gebruiken. 4En hiertoe geloof ik ook dat de wereld dient. 5Daarom herken ik haar werkelijke doel niet. 6Het doel dat ik aan de wereld gegeven heb, heeft tot een angstaanjagend beeld van haar geleid. 7Laat ik mijn denkgeest openstellen voor het werkelijke doel van de wereld, door het doel dat ik haar heb verleend terug te nemen en de waarheid over haar te leren.